Als je als kind verdriet of ergens pijn hebt, is er altijd wel een ouder, juf of meester in de buurt die er ‘een kusje’ op doet. Vaak is dat het enige wat nodig is of het moet echt flink bloeden, dan maakt het kusje plaats voor een ritje naar de eerste hulp. Al komt het kusje dan vaak alsnog later.
Stom
Op het moment dat je gaat puberen, wordt het kusje door de meesten onder ons kinderachtig gevonden of gewoon ronduit stom. Het is ineens totaal niet cool meer. Stiekem heb je er misschien nog wel behoefte aan maar geen haar op je hoofd die erover piekert dit eerlijk toe te geven. Laat staan dat je om het kusje vraagt!
Naarmate je ouder wordt vergeet je langzaamaan het hele bestaan van het kusje. Tot het moment dat je bijvoorbeeld gaat oppassen en met kleine kinderen te maken krijgt. Zonder erover na te denken, herontdekken we het kusje en delen het uit bij elk verdriet of pijntje. Vaak met helend resultaat.
Zó simpel
In coachingsgesprekken met studenten laat ik ze vaak opnieuw kennis maken met het kusje. En nee niet door ze zelf uit te delen op het moment dat er tranen zijn of er een ongemakkelijk is tijdens een sessie. Nee, door ze in te laten zien dat ze zichzelf dat spreekwoordelijke kusje kunnen geven. Buikpijn? Rustig even gaan zitten of liggen, handen op de buik, naar de pijn ademen en in gedachten een kusje erop. Simpel en zo doeltreffend!
Aandacht van anderen is fijn maar niet altijd meteen voor handen en daarbij is het gewoon fijn om jezelf te kunnen troosten. Al blijft in speciale gevallen die bak Ben & Jerry’s-ijs natuurlijk ook nog altijd een optie 😉