1. Realiseer je dat het de studiekeuze is van je kind, niet die van jou.
2. Zorg dat je geen (oude) emoties rondom dit onderwerp
op je kind projecteert.
Jouw ervaring met je eigen studiekeuze kan onbewust invloed hebben op de manier waarop je je kind begeleidt in zijn/haar keuze.
Hoe maakte jij je studiekeuze? Doe jij nog steeds waarvoor bent opgeleid? Of heb je misschien niet gestudeerd?
3. Bespreek het onderwerp studiekeuze tijdig met je kind,
maar ook weer niet al te lang van tevoren,
zodat hij/zij er op een relaxte manier mee aan de slag kan.
4. Vraag of je kind hulp nodig heeft en van wie.
Vindt je kind het lastig om dit onderwerp met jou te bespreken,
kijk dan of je kind met iemand van buiten het gezin wil praten.
Denk hierbij aan een kennis, familielid, decaan of studiecoach.
5. Heb geduld en vraag vanuit oprechte interesse i.p.v. controleren.
Vermijd ellenlange sessies. Sommige kinderen praten makkelijker
als ze je niet in de ogen hoeven te kijken.
Praat bijvoorbeeld tijdens een autoritje of het uitlaten van de hond.